Heidelibellen zijn kleine, tengere rode, gele, bruine of zwarte
libellen.
Ze hebben nooit blauwe berijping op de rug zoals bv. Oeverlibellen en Platbuik,
en ook nooit zwarte vlekken op de basis van de vleugels (zoals bv Witsnuitlibellen en Viervlek).
De dieren met rood op de rug kunnen alleen met de Vuurlibel verward worden en
verschillen daarvan dat die een breed achterlijf en oranje poten hebben. De poten
van Heidelibellen zijn altijd zwart, of zwart en geel.
De gele dieren kunnen verder met Oeverlibellen verward worden. Hiervan
hebben de vrouwtjes en jonge mannetjes van de enige algemene soort (Gewone
Oeverlibel) 2 brede strepen aan de zijkant van het achterlijf.
Ogen raken elkaar | Nee, probeer Juffers of Rombouten |
---|---|
Dieren groot en slank, vleugels korter dan lengte van het achterlijf | Ja, probeer Glazenmakers |
Dieren groen of bruin metalig | Ja, probeer Glanslibellen |
Poten zwart of zwart met geel | Nee, ga terug naar Korenbouten |
Donkere vlekken op de basis van de achtervleugels | Ja, probeer Witsnuitlibellen of Korenbouten |
Achterlijf blauw berijpt | Ja, probeer Oeverlibellen of Korenbouten |
Meestal forse libellen met afgeplat achterlijf | Ja, probeer Oeverlibellen, Korenbouten of Vuurlibel |
Voorvleugel: 6-8 dwarsaders tussen basis en knoop | Nee, 9 of meer: probeer Oeverlibellen |
Achtervleugel: 5-6 dwarsaders tussen basis en knoop | Nee, 7 of meer: probeer Oeverlibellen |
Snorren kunnen het best schuin van voren bekeken worden. Recht van voren worden ze vaak door de snuit verhuld. Pas goed op met schaduw.
Heidelibellen kunnen onderscheiden worden naarmate er geel op de poten zit: Poten hebben geel als er minimaal een gele streep op zit. Als er alleen wat geel helemaal bovenop de poot zit wordt dit niet als een gele streep beschouwd. Bij heel oude dieren kan het geel erg donker geworden zijn.
Brede donkerbruine dwarsband door alle vleugels | Ja, Bandheidelibel |
---|---|
Ogen aan de onderzijde blauw, vleugeladers aan de voorzijde rood of geel gekleurd. | Ja, Zwervende Heidelibel |
Soorten met zwarte poten: |
|
Zijkant van het borststuk met min. brede zwarte band met 3 gele vlekjes. Zwart met geel tot bijna geheel zwart. |
Ja, Zwarte Heidelibel |
Achterlijf met druppelvormige vlekjes op segmenten 4-7. | Ja, Kempense Heidelibel (Zeer zeldzaam!) |
Anders. | Ja, Bloedrode Heidelibel |
Soorten met gele streep op de zwarte poten: |
|
Grote gele basisvlekken op in ieder geval de achtervleugels | Ja, Geelvlekheidelibel |
Vrouwtje met zwarte band op de zijkant van het achterlijf. | Ja, Geelvlekheidelibel |
Zijkant van het borststuk nagenoeg zonder zwarte tekening. Legboor aanliggend. I.h.a. geen snor. Tekening op de laatste segmenten iha met weinig zwart. | Ja, Zuidelijke Heidelibel (zeer zeldzaam) |
Snor afwezig | Ja, Bruinrode Heidelibel |
Snor aanwezig | Ja, Steenrode Heidelibel |