Witsnuitlibellen - Leucorrhinia
Brittinger, 1815
Kenmerken:
Kleine tengere libellen met zwarte basisvlekken op de achtervleugels. Achterlijf zwart met geel of rood, maar soms blauw berijpt. Snuit i.h.a. wit. De berijpte soorten zijn zeer zeldzaam.
Checklist:
| Achtervleugels met donkere basisvlekken | Nee, probeer Korenbouten, 'Echte' Libellen of Juffers |
|---|---|
| Dieren tenger (als bv Heidelibel), met wit voorhoofd en meestal zwart met gele en/of rode vlekken | Nee, probeer Korenbouten |
Determinatie:
Tabel:
Achterlijfsaanhangselen zwart. Achterlijf zwart met geel of rood: |
|
|---|---|
| Voorrand van de vleugels tussen lichaam en basale knoop zwart. Pterostigma zwart. Kleine soort. | Ja, Venwitsnuitlibel (soort van veenmosvennen) |
| Voorrand van de vleugels geel. Pterostigma van uitgekleurde mannetjes rood. | Ja, Noordse Witsnuitlibel (zowel op eutrofe als mesotrofe vennen, en soms op laagveen) |
| Voorrand van de vleugels geel. Pterostigma zwart. Achterlijf van uitgekleurde mannetjes met heldere gele vlek op S7. Forse soort. | Ja, Gevlekte Witsnuitlibel (zeldzame soort van laagveen) |
Achterlijfsaanhangselen wit. Achterlijf zwart met geel of met blauwe berijping. Geen vlek op S7: |
|
| Achterlijf knotsvormig. Pterostigma's wit. | Ja, Sierlijke Witsnuitlibel (uiterst zeldzaam !!!) |
| Achterlijf slank. Pterostigma's donker. | Ja, Oostelijke Witsnuitlibel (uiterst zeldzaam !!!) |
Soorten:
- Venwitsnuitlibel - Leucorrhinia dubia Brittinger, 1850
- Noordse Witsnuitlibel - Leucorrhinia rubicunda (Linnaeus, 1758)
- Gevlekte Witsnuitlibel - Leucorrhinia pectoralis (Charpentier, 1825)
- Oostelijke Witsnuitlibel - Leucorrhinia albifrons (Burmeister, 1839)
- Sierlijke Witsnuitlibel - Leucorrhinia caudalis (Charpentier, 1840)
Fotos:
©goyatlah.nl (2005-2013), except where stated otherwise