Forse bruine tot rode libel met afgeplat achterlijf. Poten zijn bruin of rood, nooit met zwart. Vrouwtjes hebben opvallend grote afstaande legboor. Vleugels met amberkleurige basisvlekken en geel tot rode voorrandsaders. Ogen kunnen geheel, of aan de onderkant blauw zijn, en de pterostigmata licht, zodat verwarring met de Zwervende Heidelibel mogelijk is.
Zeer zeldzame zuidelijke soort. Zwerft veel.
Noord-Nederland: | Zeer zeldzaam, maar toenemend. |
---|---|
Nederland: | Vrij zeldzaam, naar het noorden oprukkend. |
Vliegtijd: | juli tot midden augustus. |
Diverse voedselrijke wateren. Relatief tolerant voor brak water.