Libellen zijn insecten die gekenmerkt worden door 4 grote vleugels (die ook alle vier ongeveer even groot zijn), een lang achterlijf en grote ogen. De vleugels hebben een complex patroon van kleine en grote aders, en bij de meeste vleugels een vlek op de zijkant van de voorrand, het pterostigma. Het achterlijf bestaat uit 10 segmenten, verder aangegeven met S1 - S10, waarbij S1 tegen het borststuk ligt en S10 3 of 4 achterlijfsaanhangselen heeft, waarmee het mannetje het vrouwtje voor de paring in de nek kan grijpen. Het mannetje heeft een spermareservoir onder S2 (secundair geslachtsorgaan) terwijl het geslachtsorgaan van het vrouwtje onder S9 ligt.
Voorvleugels en achtervleugels gelijk van vorm. Vleugels in rust meestal boven het lichaam geklapt, of enigszins uitgespreid gehouden. Ogen altijd ver uiteen. | Ja, Juffers |
---|---|
Voorvleugels anders van vorm dan achtervleugels: achtervleugels bij basis veel smaller dan in het midden. Vleugels meest in rust in een plat vlak gehouden. Ogen meestal raken elkaar meestal. |
Ja, 'Echte' Libellen |