Mannetjes zijn erg eenvormig: azuurblauw met ca 20% zwart op S3, S4 en S5, waarbij het zwart aan de zijkant in een punt naar voren loopt. Op S2 is meestal een U-vormige tekening die de segmentgrens niet raakt. Vrouwtjes hebben meestal een volledig zwart achterlijf (zwartruggen). Zeldzaam komen ook andromorfe vrouwtjes voor met vlekken op de voorkant van de meeste segmenten (zie foto's). Vrouwtjes kunnen vaak het beste aan de hand van het halsschildje geïdentificeerd worden.
Algemene voorjaarssoort bij allerlei wateren.
Noord-Nederland: | Algemeen op de zandgronden. |
---|---|
Nederland: | Algemeen. |
Vliegtijd: | mei tot juli. |
Allerlei wateren, maar op klei of laagveen afwezig. Veel in tuinvijvers.